Ik ben al jarenlang te zwaar en afgelopen lente besloot ik dat ik daar echt eens iets aan wilde doen. In de afgelopen jaren heb ik al vaker pogingen gedaan, maar ik hield het telkens niet vol. Ik viel regelmatig een paar kilo af, maar een paar maanden later woog ik dan weer net zo veel als eerst. Ik besloot het deze keer anders aan te pakken dan voorheen. Geen calorieën meer tellen en niet meer met tegenzin naar de sportschool. Ik wilde het deze keer leuk houden en dat bleek te werken!
Minder eten
Qua eten was het heel simpel; ik moest gewoon minder gaan eten. En om dat voor elkaar te krijgen, stelde ik mezelf iedere keer dat ik iets wilde eten de vraag ‘is het me de calorieën waard?’. Als ik echt trek had en ik wilde een broodje pakken, was het antwoord natuurlijk ‘ja’. Maar als iemand mij een ijsje aanbood dat ik eigenlijk niet eens echt lekker vind, was mijn antwoord ‘nee dank je’.
Ook tijdens het avondeten at ik minder. Zeker als er een lekkere maaltijd op tafel stond, was ik geneigd om te veel te eten. Daarom besloot ik me af te vragen of ik nog wel echt trek had, of dat ik meer wilde eten omdat het lekker was. Dat was in het begin even wennen, maar na een tijdje wordt het gewoonte.
Niet té weinig eten
Natuurlijk wil je het liefst snel afvallen, maar té snel afvallen is niet verstandig. Dan krijg je namelijk niet genoeg voedingsstoffen binnen en doordat je lichaam eraan gewend raakt om weinig calorieën binnen te krijgen, val je uiteindelijk juist langzamer af. Meer dan een kilo per week afvallen is niet aan te raden.
Wandelen
Wat mij ook heel erg heeft geholpen, was veel wandelen. Ik probeerde iedere dag 10.000 stappen te zetten en dat lukte meestal wel. Ik ging regelmatig na het avondeten nog even wandelen. Soms samen met Nomi en soms alleen. Of in het weekend gezellig met zijn allen.
Op dit moment gaat het even niet meer zo snel, omdat ik al een tijdje een zere voet heb. Daar heb ik eerst heel eigenwijs mee doorgelopen terwijl ik eigenlijk wat rustiger aan moest doen, waardoor ik er aan het einde van de dag nauwelijks op kon staan. Daarom loop ik nu even wat minder, maar hopelijk kan ik binnenkort weer wat meer gaan wandelen. Ik blijf natuurlijk wel gewoon op mijn eten letten, want ik zit nog lang niet op mijn streefgewicht.