‘Mama, ik vind zwemles niet meer leuk!’. ‘Waarom niet?’ ‘Er zijn alleen maar jongens in mijn groepje en die plagen mij. Ze zeggen dat ik een baby ben en ze gaan mij steeds duwen.’ Oef. Eerst vond ze zwemles nog hartstikke leuk en het is natuurlijk niet de bedoeling dat haar plezier hierdoor verpest wordt…
Het kleinste kindje van het groepje
Nomi begon al vrij snel na haar vierde verjaardag met zwemles. Daar hebben we bewust voor gekozen. Nomi zat eerst namelijk op peuterzwemmen en daardoor was ze al behoorlijk watervrij. We wilden niet dat ze het water weer eng zou gaan vinden en daarom wilden we haar eigenlijk zo snel mogelijk na haar vierde verjaardag laten starten met zwemles. Dat lukte niet helemaal door de lange wachtlijsten, maar uiteindelijk begon ze een kleine drie maanden na haar verjaardag met zwemles.
‘Zwemles is leuk!’
Bart en ik hadden vroeger allebei een vreselijke hekel aan zwemles, maar dat vertelden we Nomi natuurlijk niet. We waren er zo enthousiast mogelijk over en Nomi had er heel veel zin in. Natuurlijk vond ze het ook wel spannend, maar de eerste keren ging ze met plezier naar zwemles. Al snel mocht ze naar badje twee, want ze was natuurlijk al watervrij. Een aantal weken later ging ze naar badje drie en toen vond ze het opeens niet meer leuk.
De samenstelling van de groepjes verandert telkens, omdat kinderen doorstromen wanneer ze er klaar voor zijn. Sommige kinderen zitten dus wat langer in bepaalde badjes dan andere kinderen. En toen Nomi naar badje drie mocht, had ze de pech dat ze het enige meisje was in dat badje. Dat vond ze op zijn zachtst gezegd niet zo leuk…
‘De jongens zijn stom’
Nomi is echt een meisje-meisje. Veel jongens in haar groepje zijn behoorlijk druk en lomp en Nomi houdt daar niet zo van. Laatst klaagde ze tegen me dat de jongens zo hard schreeuwden dat ze de badjuf niet kon verstaan. Ook duwden ze wel eens tegen haar aan tijdens het zwemmen. Tja, dat kan natuurlijk gebeuren.
‘Ze plagen mij!’
Na de volgende les kwam ze een beetje verdrietig naar me toe. ‘De jongens plagen mij.’ Ik vroeg wat ze dan deden en Nomi vertelde dat ze zeiden dat ze een baby is. ‘Omdat ik vier ben, en die jongens zijn vijf en zes.’ Ook vertelde ze dat de jongens haar steeds duwden en dat ze dat helemaal niet leuk vond. ‘Ik ga niet meer naar zwemles’, was haar conclusie.
Ik legde haar uit dat dat geen optie was, omdat alle kinderen moeten leren zwemmen. Verder vertelde ik haar dat ze helemaal geen baby is en dat het juist hartstikke goed is dat ze al zo goed kan zwemmen terwijl ze nog maar vier is. We spraken af dat ze best boos mocht worden op die jongens. En dat als ze niet zouden stoppen, ik wil even met haar naar de juf zou gaan.
De les daarna
De les erna ging opeens veel beter. Nomi kwam helemaal enthousiast vertellen dat er een meisje in haar groepje was gekomen en ze waren meteen al vriendinnen. Tegen de jongens had ze gezegd dat ze geen baby is en dat ze ‘echt super dom’ zijn als ze denken dat dat wel zo is. ‘Want baby’s zijn nul en ik ben vier!’. Volgens haar hadden de jongens daar niks meer op gezegd en ze hadden haar ook niet meer geplaagd.
Eind goed, al goed, althans voor nu. Ze wil nu toch wel weer op zwemles blijven (niet dat het een optie was om te stoppen, maar goed) en ze is helemaal blij dat ze niet meer het enige meisje in haar groepje is.
Gaan jullie kinderen met plezier naar zwemles?