Nomi begon al vrij vroeg te peuterpuberen, maar Lenn blijkt er ook wat van te kunnen! Beide kinderen kwamen rond de leeftijd van anderhalf in deze fase. Heel vaak ‘nee’ zeggen, vreselijk boos kunnen worden, zichzelf op de grond gooien als ze hun zin niet krijgen… Vandaag vertel ik je hoe het er hier in huis aan toe gaat met twee peuterpubers.
Twee kinderen in de peuberpuberteit
Lenn zit nu vooral in de ‘ik word heel boos als ik mijn zin niet krijg’-fase. Hij gooit zich op de grond, begint te krijsen… Ach, je kent het waarschijnlijk wel. Bij Nomi uit zich de peuterpuberteit zich momenteel op een andere manier, zij kan ontzettend zeuren. Als ze niet krijgt wat ze wil blijft ze drammen en ze is regelmatig boos. Ik ben dan regelmatig een ‘hele stomme mama’.
Ruzie om vaatwasblokjes
Blijkbaar maak ik kinderen met een flinke uitgesproken mening. Ze weten allebei precies wat ze willen, en dat laten ze ook blijken. En als ze dan allebei hetzelfde willen, zorgt dat wel eens voor ruzies. Nomi en Lenn willen bijvoorbeeld allebei altijd heel graag het vaatwasblokje in de vaatwasser stoppen (vraag me niet waarom, ik snap echt niet waarom dat zo leuk is). Met als gevolg dat er telkens één kind heel erg boos is. Laatst was ik het zo zat dat ik geprobeerd heb om het vaatwasblokje in tweeën te breken, wat helaas niet lukte!
‘Nee ik wil dieeeeee!
Nog zoiets. Soms ligt er speelgoed wekenlang onaangeraakt in de kamer. Maar als één van de kinderen er dan opeens toch mee speelt, wil de andere het natuurlijk ook. Nomi gebruikt regelmatig het argument ‘Maar die is van mij!’. Daar ga ik niet in mee, hier in huis wordt speelgoed gewoon met elkaar gedeeld.
Lenn kan er ook wat van. ‘Ook!’ of ‘Die, Lenn!’ is zijn manier van duidelijk maken dat hij dat speelgoed wil hebben. En samen spelen? Nee, als ik dat voorstel kijken ze me aan alsof ze water zien branden. Niet altijd trouwens hoor. Soms kunnen ze ook poeslief met elkaar spelen. Maar als één van de twee (of allebei, nog erger) niet in zijn of haar beste doen is, kan ik dat samen spelen wel op mijn buik schrijven.
Samen peuterpuberen
‘Ik ben niet moe ik ga niet naar bed!’ ‘Ook nie!’ Soms zijn ze het nogal met elkaar eens. Vaak over dingen als naar bed gaan, fruit eten, aan tafel zitten, et cetera. Ze vliegen met zijn tweeën het speeltentje in en zo gauw ik de ene eruit heb, zit de ander er alweer in. Gelukkig weet Nomi wel wanneer ik het echt meen, en dan doet ze meestal toch maar wat ik zeg. Lenn daarentegen… Hem interesseert het erg weinig.
Laatst heeft Nomi bedacht dat het heel erg grappig is om er in de supermarkt vandoor te gaan. Gelukkig kondigt ze het wel even aan met ‘Ik ga er vandoor mama! Kom Lenn!’ of ‘Wij gaan ons verstoppen!’. En weg zijn ze. Dat vond ik niet zo’n strak plan, want ik vrees dat ik ze dan echt een keer kwijt ben. Daarom heb ik dat maar weer snel afgeleerd. Als ze er vandoor gaan, moeten ze in het karretje zitten. En dat vindt vooral Lenn echt niet leuk!
Hebben jullie ervaring met twee kinderen in de peuterpuberteit?